Reportage: Poepen is (niet) leuk!

Kinderen die moeite hebben met hun ontlasting, worden vaak behandeld op een poeppoli. Natascha Kok (41) werkt als verpleegkundige bij zo’n poli in het Máxima Medisch Centrum Veldhoven.

Simone Paauw

Als Kim van 3,5 jaar met haar moeder de spreekkamer binnenkomt, is ze boos. En ze wil een koekje. Ze is een slechte eter, deelt moeder meteen mee. Ze eet het liefst alleen koekjes en snoepjes. Kim was net bij de kinderarts van de Pies en Poep-Poli van het Máxima Medisch Centrum. Dat is een themapolikliniek voor pediatrische bekkenbodemproblematiek bij kinderen, ook wel de PIPO-poli genoemd. De dingen worden hier gewoon bij de naam genoemd. Het is dus: poepen en piesen. Kim heeft moeite met poepen. In haar endeldarm zit een grote, harde prop poep die er niet meer uit wil en ze zal nog deze week een klysma krijgen. Kim heeft pijn. De dokter moest aan haar voelen en dat was niet leuk. Nu is er nog een gesprek met verpleegkundige Natascha Kok over het gebruik van medicijnen en het voorkomen van obstipatieproblemen.

Het biscuitje dat Kim uit een trommeltje in mama’s tas heeft genomen, is een mooi aanknopingspunt voor Natascha Kok om het gesprek te openen: “Hou jij niet van gewoon eten?”
“Nee,”zegt Kim.
“Denk jij dat jouw lijfje groeit van alleen maar koekjes?”
“Ja.”
“Ik denk het niet. Ik denk dat je alleen van gezond eten een grote mevrouw wordt. Wil jij een grote mevrouw worden?”
“Nee.”
“Wat wil je dan worden?”
“Mama.”

Mini skippybal

“Het is belangrijk dat Kims darmen zo snel mogelijk leeggemaakt worden”, legt de verpleegkundige uit aan Kims moeder, terwijl de aandacht van haar dochter getrokken wordt door een mini skippybal. “Daarna moeten ze ook leeg blijven. Daarom krijgt Kim medicijnen: driemaal daags Forlax. Dat zijn vezels die je moet aanmaken met water of ander vocht, zoals melk, Roosvicee, appelmoes of vla. In de darmen trekken vezels water aan en daardoor wordt de poep natter en zachter. Het poepen gaat dan makkelijker. Maar het is ook belangrijk om te letten op de drie V’s: Vocht, Vezels en Veel bewegen. Dan zijn medicijnen later misschien niet meer nodig. Kim moet meer drinken en haar dieet moet worden aangepast. En u kunt haar beter volkorenkoekjes geven dan biscuitjes.”

Nepdrol

Een ander patiëntje is de 8-jarige Nina. Op de tafel van de spreekkamer ligt een nepdrol waar Nina en haar zusje een beetje om moeten giechelen. “Poep jij wel eens zo?”, vraagt Natascha Kok. Verlegen antwoordt Nina dat ze het niet weet. Nina is drie weken geleden bij de kinderarts geweest en gebruikt nu dagelijks de zakjes Forlax en let samen met haar ouders op de drie V’s. Nina poept nu beter, meestal dagelijks, zegt haar moeder. Maar soms stagneert het wel een paar dagen. Natascha Kok vraagt aan Nina hoelang ze dan niet poept en als ze weer kan poepen, hoeveel het is, of het pijn doet en wat voor type drol het is. Op een poster wijst de verpleegkundige zeven verschillende plaatjes van drollen aan. Van harde keuteltjes tot waterdunne ontlasting. Nina’s moeder denkt dat poeptype nummer twee, een harde droge drol, het meest van toepassing is. Dat is nog niet goed genoeg, want het doel is zachte wormvormige poep.

Donkerbruine klei

Natascha Kok geeft Nina een homp donkerbruine klei. “Voel eens aan de klei. Lekker zacht hè. Dat komt omdat er water in zit. Kun jij daar makkelijk een drol van maken? Enthousiast begint Nina te kneden en al snel ligt er een mooie drol van klei op tafel. “Zo maak je in je buik ook poep. Om zachte poep te kunnen maken, heb je veel vocht nodig. Je lichaam is een soort fabriekje en poep is afval dat de fabriek uitmoet. Afval moet in de vuilnisbak en poep moet in de wc”, vervolgt Natascha Kok. “De nepdrol en de bruine klei gebruik ik om kinderen te laten merken dat je ook plezier kunt hebben om poep en dat het leuk is om erover te praten.”

De benadering van de kinderen die met obstipatieproblemen bij de PIPO-poli komen, is telkens verschillend. Oudere kinderen zoals Nina begrijpen de uitleg van Natascha Kok en zij kunnen zelf al iets doen om hun probleem te verminderen. Tijdens het gesprek benadrukt Natascha Kok hoe belangrijk het is dat ze als ze poepaandrang voelt, direct naar de wc gaat. “Moeten is gaan”, zegt de verpleegkundige een paar keer tegen Nina. Veel kinderen vergeten naar de wc te gaan als ze in hun spel opgaan. De moeder van Nina beaamt dit. Zij denkt dat de problemen ontstonden toen ze vorige zomer een zwembad in de tuin hadden waar Nina niet uit te slaan was.

Mishandeling

“Het coachen van kinderen is het leukste van mijn werk op de obstipatie-poli,” vertelt Natascha Kok tussen de afspraken door. “Ik wil het kind het gevoel geven dat het een team vormt met de behandelaars en de ouders en ik wil het kind motiveren zoveel mogelijk zelf aan de slag te gaan. Ik vind het een uitdaging om voor ieder kind een oplossing te vinden en medische ingrepen te voorkomen. Als verpleegkundige ben ik vooral gericht op de weg naar het einddoel. Ook ben ik er alert op of er andere zaken meespelen. Soms ontstaat obstipatie als er sprake is van mishandeling, misbruik of stress.”

Guusje, een goedlachse en beweeglijke peuter van 2,5 jaar, is begin mei voor het eerst behandeld door de kinderarts. Met haar gaat het sindsdien beter. Het meisje poept nu bijna elke dag, maar soms heeft ze een periode dat ze het ophoudt. Voor de behandeling was dat nog erger. Toen hield ze het wel vijf of zes dagen op. Ze was helemaal uit haar hum op de dagen dat ze wel móest. Dan verstopte ze zich ergens in een hoekje en met veel pijn en moeite kwam er dan een heleboel poep in één keer. “Dat is wat wij noemen ‘een olifantendrol’,” zegt Natascha Kok. Die drollen zijn zo groot dat je de wc wel twee keer moet doorspoelen.”

Poepkalender

Ook voor Guusje haalt Natascha Kok de nepdrol tevoorschijn. “Dit is geen echte hoor. Wij kunnen neppoepjes maken. Maar jij kunt echte maken, hè?” Guusje pakt de drol enthousiast vast en bekijkt hem aan alle kanten. Haar moeder zegt dat ze hoopt dat Guusje thuis niet met haar eigen drollen gaat spelen. Natascha Kok: “Ik leg hem op tafel, omdat veel kinderen niets van poep willen weten. Ze vinden het vies om te poepen. Daarom is het juist goed om te zien dat Guusje er nu mee speelt, dat ze zich niet oncomfortabel voelt bij poepjes.”

De moeder krijgt aan het eind van het gesprek een boekje mee van het Voedingscentrum, de ‘Eettabel’. In dit boekje staat schematisch onder meer het aantal vezels per eenheid. Hiermee heeft de moeder een handige leidraad bij het aanpassen van het dieet van haar dochter. Ook krijgt Guusje ‘De poepkalender’. Hierop kan haar moeder drie maanden lang bijhouden hoe vaak Guusje poept en wat de consistentie ervan is. Achteraan de kalender zitten stickervellen. Als Guusje heeft gepoept, mag ze een sticker plakken. Tot slot wil Natascha Kok nog even aan Guusjes buik voelen in de behandelkamer. Dat gaat gepaard met een hoop gegiechel, want het kietelt. Haar moeder merkt op dat Guusje de verpleegkundige waarschijnlijk aardiger vindt dan de kinderarts, want toen was het een drama. Natascha Kok: “Waarschijnlijk is het nu ook minder pijnlijk dan toen. Haar buik voelt goed. Onderin voel ik wel iets zitten, maar dat is niet keihard. Waarschijnlijk is het gewoon de poep die vandaag nog moet komen.”

STREAMERS

‘Leuk om over poep te praten’
‘Moeten is gaan’
Vocht, Vezels en Veel bewegen
Een olifantendrol

Deze reportage verscheen in Bijzijn Editie Zieken-huizen, jaargang 2, nummer 4, juli 2007
Obstipatieproblemen
Obstipatieproblemen komen veel voor bij kinderen, zowel bij jongens als bij meisjes. Soms is er een medische oorzaak, zoals de ziekte van Hirschsprung, maar meestal is de oorzaak psychologisch of pedagogisch van aard. Er is bijvoorbeeld sprake van een verkeerde voeding of een te strikte zindelijkheidstraining. Ook vergeten kinderen vaak om naar de wc te gaan, vinden ze het vies of associëren ze het met pijn, waardoor ze het probleem juist verergeren. Soms zijn ook de regels op school te strikt. Kinderen mogen pas naar de wc als het pauze is en dan hoeven ze niet meer. Veel ouders merken pas laat dat hun kind last heeft van obstipatie, bijvoorbeeld als het kind vegen in de broek heeft, poep verliest of klaagt over buikpijn.
De behandeling van obstipatie bij kinderen is vaak een langdurige aangelegenheid. Na vijf jaar intensief behandelen heeft 40 procent nog steeds klachten. De endeldarm raakt door de opeenhoping van poep vaak erg uitgerekt en het kan jaren duren voordat die weer normaal is. Door die uitrekking voelen kinderen geen of weinig aandrang en is kans op terugval groot.
PIPO-poli
Op de PIPO-poli in het Máxima Medisch Centrum komen jaarlijks ongeveer honderd nieuwe patiëntjes voor behandeling van obstipatieproblemen en fecale incontinentie. Incontinentie- en obstipatiepoli’s worden meestal bevolkt door kinderartsen, fysiotherapeuten, pedagogen en soms diëtisten. Natascha Kok is opgeleid tot kinderverpleegkundige en studeert nu psychologie. Voor de obstipatiepoli is ze opgeleid door kinderarts Tjon a Ten van het Máxima Medisch Centrum en ze liep stage in het AMC. Volgend jaar begint ze met een post hbo-opleiding Kinder Incontinentie Therapeut die door het Wilhelmina Kinder Ziekenhuis in Utrecht is ontwikkeld. Daarna mag ze ook met patiëntjes van de Plaspoli werken. Voor Kinder Obstipatietherapeut bestaat nog geen officiële opleiding.