Van 5 tot 15 oktober wordt in heel Nederland feestelijk de Kinderboekenweek gevierd. Op veel plaatsen kunnen kinderen verkleed als heks of vampier feestjes bijwonen, scholen pakken uit met versierde lokalen en kranten brengen speciale kinderbijlagen uit over magie en kinderboeken. Toch sijpelt in de media ook kritiek door over het thema van de Kinderboekenweek ‘De Toveracademie’.
De kritiek op het thema van de Kinderboekenweek is vooral afkomstig uit protestants christelijke kringen. De Vereniging Bijbel en Onderwijs, die alle protestants christelijke kerken vertegenwoordigt, heeft een brochure uitgebracht met als titel ‘Nee tegen De Toveracademie’. Hierin wordt stelling genomen tegen het thema magie in kinderboeken. Anne Nijburg, leraar maatschappijleer en Godsdienst, directeur van een basisschool én schrijver van de brochure, vertelt namens Bijbel en Onderwijs welke bedenkingen hij heeft tegen ‘De Toveracademie’. Nijburg: ‘Wij zijn tegen de oproep van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) om scholen om te bouwen tot toveracademies. Het bezwaar is dat kinderen door volwassenen, die zonder enige achtergrondkennis te werk gaan, in contact worden gebracht met occulte zaken als tovenarij. Spelenderwijs wordt magie het onderwijs ingebracht en het wordt afgedaan als fantasie en als fictie en dus als ongevaarlijk. Maar ik weet zeker dat het daadwerkelijk mogelijk is om te toveren. In de bijbel staat heel duidelijk dat God magie verbiedt. Als het niet zou bestaan, zou God geen reden hebben het te verbieden. Toveren, ofwel het gebruik maken van magie, is het gebruikmaken van duistere krachten om zaken naar je eigen hand te zetten. Alle festiviteiten rondom de Kinderboekenweek zijn feitelijk rebellie tegen Gods woord en daar zijn maar erg weinig mensen zich van bewust.’