Vier jaar lang ben ik straatmuzikant geweest. Ik heb rondgezworven door Europa. Ik ben in Guatemala geweest en een tijd in Amerika. In die vier jaar heb ik veel vrijheid ervaren, maar ik heb ook gemerkt dat die vrijheid je gaat opbreken. In mijn geval deden was dat het ongezonde, fysieke en emotionele, bestaan dat me deed terugverlangen naar die veilige basis.
Deze vier jaar hebben me gevormd als muzikant. Ik ben akoestisch gaan spelen, terwijl ik ben begonnen met snoeiharde punkmuziek. Ook kwam ik allerlei mensen tegen die het leuk vonden om samen te spelen. Zo ben ik met veel verschillende stijlen in aanraking gekomen. Op straat heb ik eigenlijk de basis gelegd voor mijn liedjes zoals ze nu zijn.
In die jaren was ik een tijdje in huis bij een Amerikaanse schrijver. Hij zei op een zeker moment: I’ve got to run to the Mojo Wire. Ik wist niet precies wat hij bedoelde, maar ik dacht dat hij even naar de wc moest ofzo. Later legde hij me uit dat het een term was die een vriend van hem verzonnen had voor een faxmachine. Het stond in een roman van die vriend, die ook schrijver was. Mojo is een woord dat de Indianen gebruiken voor spirituele communicatie. Mojo Wire is mijn inziens. Een woord dat de Indianen zouden kunnen gebruiken voor een modern communicatiemiddel als de fax.
Mojo Wire staat voor mijzelf voor alles dat te maken heeft met het wonderbaarlijke proces van opnemen. De muzikale liefdesboodschappen van een geknechte Scarfish die via talloze kabeltjes bij de mensen thuis terug te horen is. TheWings of Mojo Wire, zoiets dus. De liefde(Love) is uiteindelijk het grootste onderwerp waarin het eerder genoemde levensdilemma zich veelal manifesteert. Iets paradoxalers kan ik me persoonlijk niet voorstellen. Eigenlijk hadden al mijn drie albums ook gewoon Love kunnen heten.