Joost Nauta begon in 2005 zijn eigen thuiszorgorganisatie uit onvrede met de zorg die hij zelf kreeg. ‘Joost Zorgt’ heeft nu ongeveer driehonderd cliënten in de regio Utrecht.
Simone Paauw
Joost Nauta (36) heeft al zijn hele leven lang de spierziekte spinale musculaire atrofie (SMA). Hij is daardoor gebonden aan zijn rolstoel en heeft bij alles hulp nodig. Behalve bij denken en praten, zoals hij zelf zegt. Uit onvrede met de zorg die hij kreeg vanuit reguliere zorginstellingen, besloot hij zijn eigen thuiszorgorganisatie te beginnen. Joost Nauta: “Ik kreeg steeds te maken met andere mensen voor de zorg en hulp die ik dagelijks nodig had. Vaak waren ze helemaal niet deskundig. Dan moest ik iemand die fotografie had gestudeerd, uitleggen hoe bijvoorbeeld mijn linkersok aangetrokken moet worden. Bovendien waren de organisaties waar ik mee te maken had nogal star. Ik studeerde Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en ik had ieder moduul andere lestijden. Geregeld miste ik lessen, omdat het voor de thuiszorgorganisatie onmogelijk leek de diensten aan te passen.”
Joost Zorgt
In 2005 begon Joost Nauta met zijn eigen thuiszorgorganisatie ‘Joost Zorgt’. Eerder deed hij ervaring op met het aanbieden van thuiszorg aan toeristen op Curaçao en in Nederland, in de vorm van een kleine stichting. De kersverse thuiszorgorganisatie had bij de start veel baat bij de wachtlijsten voor thuiszorg; daardoor steeg het aantal cliënten snel. “Mijn eerste cliënt was ikzelf”, vertelt Joost Nauta. “Nu werken er tweehonderd zorgverleners via onze organisatie en hebben we zo’n driehonderd cliënten. De medewerkers zijn kleine zelfstandige ondernemers. Ze zijn niet bij ons in loondienst. Op het bureau werken acht mensen die onder meer coördineren, cliënten inschrijven, intakegesprekken voeren en huisbezoeken afleggen.”
De thuiszorgorganisatie richt zich vooral op chronisch zieken en gehandicapten, kinderen en mensen met een niet-Nederlandse achtergrond. Doelgroepen die dicht bij Joost Nauta zelf staan. Het zijn vaak mensen die complexe zorg nodig hebben en min of meer verdwaald zijn in de grote thuiszorginstellingen. Joost Nauta: “We zullen nooit een cliënt afwijzen omdat de zorg die hij nodig heeft te ingewikkeld is. Niets is onmogelijk. Ik wil dat onze zorgverleners zich betrokken voelen bij de cliënt en dat de cliënt vaste zorgverleners heeft. Goede zorg maakt heel veel mogelijk. Als ik geen goede zorg zou krijgen, zou ik nooit kunnen werken als directeur van mijn eigen bedrijf. Zelfs een gewone baan zou onmogelijk zijn, want ik ben bij wijze van spreken voor 120 procent afgekeurd.”
Fouten
Soms merkt Joost Nauta dat hij op moet passen dat hij niet dezelfde fouten maakt als managers van grote thuiszorginstellingen. Het risico is groot dat er een kloof ontstaat tussen de praktijk en wat er in de bestuurskamers wordt uitgedacht. Daarom probeert hij zich op een heel basale manier met de zorg bezig te houden, door bijvoorbeeld zelf de telefoon op te nemen of kennis te maken met nieuwe zorgverleners. Joost Nauta: “Ik bezoek zo nu en dan cliënten om te vragen hoe het gaat. Dat vinden ze vaak geweldig. Ik ben benieuwd hoeveel directeuren en managers daar de tijd en moeite voor nemen. Ook wij moeten natuurlijk altijd een balans zoeken tussen geld en goede zorg. Dat is een politieke kwestie, maar als maatschappij zouden we ons moeten afvragen hoeveel geld we écht over hebben voor iemand die ziek of gehandicapt is en voor iemand die graag voor een ander wil zorgen.”