Naast de Cafestival-drukte wil Jascha zich erg graag verder ontwikkelen als solo-artiest. Jascha: “Ik ben naast Spoiler al een tijd bezig als singer/songwriter, bijvoorbeeld bij de Unflitzed-avonden in café De Flitz. Mijn directe plaatsing voor de regiofinale van de Grote Prijs en de reacties van mensen op mijn optredens en muziek hebben me erg aangemoedigd. Ik denk dat ik de moeite waard ben in mijn eentje. En nu is het aan mij om dat te bewijzen!”
Er staat veel te gebeuren de komende tijd voor Jascha. Alleen de afgelopen twee weken al heeft hij zeven optredens geboekt gekregen. Op 10 oktober is de regiofinale van de Grote Prijs en een paar dagen later, op 15 oktober, wordt hij geopereerd aan zijn stembanden. Daarna moet hij noodgedwongen vier tot zes weken rust nemen, maar al in december hoopt hij de studio in te duiken. Jascha: “Als ik eenmaal iets op de band heb staan, kan ik van mezelf zeggen dat ik een periode heb overbrugd. Ik heb er enorm veel zin in om mijn eigen weg te volgen en om dingen te doen waarvan ik denk dat ze goed en mooi zijn. Ik wil gewoon mijn eigen ding doen en ik denk dat ik dat kan. Overigens vond ik het ook supercool om in een band te zitten hoor. De jongens van de band zijn beste vrienden en daar doet mijn vertrek uit Spoiler niets aan af. Het is nu gewoon tijd geworden om mijn eigen ding te doen.”
Volgens Jascha zal zijn muziek anders worden dan mensen misschien gewend zijn van singer/songwriters. Jascha: “Ik kan heel veel trieste liedjes zingen als ik dat zou willen, maar als mensen behoefte hebben aan ellende moeten ze maar naar het journaal gaan kijken. Of ze moeten op ramptoerisme gaan naar Beslan of naar Irak, als ze durven. Daar is het pas triest. Wat mij betreft worden mijn liedjes niet zo zwaar op de hand. Hoewel ik tijdens mijn optredens ook veel aandacht zal vragen van mijn publiek. Want ik zing niet alleen mijn liedjes, maar daarnaast gebruik ik mijn gedichten ook in mijn act. Of je nou wilt of niet; je krijgt er gewoon mooie woorden bij. Maar de aandacht die ik vraag, geef ik ook terug.”