De fictieve hoofdredacteur

Inleiding

Waar journalisten zijn, zijn ook hoofdredacteuren. In Nederlandstalige romans over de journalistiek – met journalisten als belangrijke personages – spelen hoofdredacteuren lang niet altijd een belangrijke rol, ze worden terloops genoemd of zijn zelfs onzichtbaar. Maar in sommige romans is hun personage meer van belang. Vooral in die romans waarin het geen bijzaak is dat de hoofdpersoon journalist is. Die romans verhalen meer over de redactionele besognes en dus ook meer over de hoofdredacteur.

Bijna alle fictie over de journalistiek is geschreven door journalisten, een enkele keer door hoofdredacteuren. Het is aannemelijk dat zo’n roman voor een deel is gebaseerd op de ervaringen van de schrijver. Ook al is het hele verhaal fictie en geeft het misschien een totaal vertekend beeld van hoe het er op een redactie aan toe gaat. Omdat het fictie is, hoeft het beeld dat wordt geschapen van de hoofdredacteur helemaal niets met de werkelijkheid van doen te hebben. Het is immers verzonnen. Zelfs bij sleutelromans is het nog maar de vraag of het beeld dat de auteur schetst een beetje overeenkomt met de werkelijkheid. De auteur overdrijft bepaalde zaken en verandert waarschijnlijk bewust kenmerken van personen, terwijl andere zaken uit de roman worden gehouden.

Het beeld dat in de fictie wordt geschapen over de hoofdredacteur zegt waarschijnlijk wel iets over hoe de auteur denkt over hoofdredacteuren. Maar het is natuurlijk de vraag in hoeverre de auteurs aan zelfcensuur hebben gedaan. De ‘echte’ hoofdredacteur van de auteur zou het persoonlijk kunnen opvatten als er een verschrikkelijk vervelende hoofdredacteur wordt neergezet, of een slapjanus die niet is opgewassen tegen de recalcitrante journalist. Anderzijds zouden collega’s eens kunnen denken dat de auteur een enorme slijmjurk is als hij de fictieve hoofdredacteur omschrijft als een gouden vent met alleen maar goede eigenschappen en die als een geboren leider de redactie stuurt en de krant tot ongekende hoogten brengt. Zelfs al lijkt de fictieve hoofdredacteur niet in het minst op de werkelijke hoofdredacteur.

Afbeelding uit: De zeeslang van Flip Fluit, een journalistiek verhaal van journalisten, Jan Lamers, De Nederlandsche Keurboekerij, 1940

Afbeelding uit: De zeeslang van Flip Fluit, een journalistiek verhaal van journalisten, Jan Lamers, De Nederlandsche Keurboekerij, 1940

Ruwweg zijn er drie types hoofdredacteuren in de Nederlandstalige fictie. De klootzak, de slapjanus en de held. Archetypes voor personages met een zekere macht of status. Deze archetypes zijn waarschijnlijk ook van toepassing op bijvoorbeeld de fictieve politieagent, bankdirecteur of burgemeester. Belangrijk is hoe het personage zijn macht gebruikt. De held gebruikt zijn macht om goede dingen te bereiken – voor zijn krant, de redactie of voor het volk. Hij geeft op een prettige manier leiding en biedt weerstand tegen diegenen met meer macht dan hemzelf, of hij is gewoon een lekker ding en verdient daarom een heldenstatus. De klootzak gebruikt zijn macht om zijn ondergeschikten te kleineren, ze voor hem te laten kruipen en persoonlijk gewin te halen uit zijn positie. De slapjanus heeft eigenlijk geen gezag of macht. Hij is de enige op de redactie die waarde hecht aan zijn positie, terwijl iedereen achter zijn rug een loopje met hem neemt. Hij kijkt op tegen de mensen met meer status of gezag en functioneert soms slechts als stroman voor de directie.

Overigens is de fictieve hoofdredacteur altijd een man, net als het grootste deel van de fictieve journalisten. Zelfs in feministische romans over de journalistiek is de hoofdredacteur een man. Of er is geen sprake van een hoofdredactie, maar van een soort democratisch geregelde redactie zonder hiërarchie (en zonder mannen).

Lees verder →

Handboek Hoofdredacteur
Dit essay verscheen voorjaar 2010 in de bundel Handboek hoofdredacteur, hoe je het wordt, bent en blijft, samenstelling Arendo Joustra, uitgeverij Elsevier, ISBN 906882998 (beperkte oplage).
Simone Paauw is journalist en heeft een verzameling van 120 Nederlandstalige romans en jeugdboeken over de journalistieke wereld. Eerder schreef ze twee scripties over de fictieve journalist.