‘”Ik wilde weten” zei mevrouw Treustadt, “of u vindt dat Treesje talent heeft voor de journalistiek. Hoge cijfers heeft ze niet voor haar opstellen – werkstukken heet dat tegenwoordig.”
“Ach”zei hij, “Een journalist is niet in eerste plaats iemand die goede opstellen schrijft.”
“Ik had zelf altijd bijzonder goede cijfers” zei ze. “Ik ben deze week weer eens aan het werk gegaan. Ik heb het verhaal bij me. U zou het misschien in het Weekblad kunnen plaatsen.”
“We plaatsen toch geen verhalen” zei hij. “Daarvoor kunt u bij een literair tijdschrift terecht.”
“Het interesseert u misschien” zei ze. “Ik heb het in mijn jaszak. En u, juffrouw Dinkgreef, is er weer werk voor u in het onderwijs?”
Dorien schudde het hoofd.
“Ik ben blij dat u iets in Treesje ziet” zei mevrouw Treustadt.
Hij liet haar voorgaan naar de hal, hielp haar in haar jas, accepteerde een nogal verkreukelde bruine envelop en opende de deur voor haar. Ze verdween in haar vermomming de hoek van de kade om. Hij duwde de deur met een bons dicht.
“Dit is van alle smerige rotdagen de smerigste” zei hij, de kamer binnenlopend. “Wat kwam ze doen? Heb jij een verklaring?”
Dorien stond bij het dressoir in de houding die hem bang maakte en vertederde, de schouders onijdel gebogen. Ze was niet groot en ze maakte zich kleiner, ze bukte zich en het was tegelijk een gevechtshouding, het hoofd vooruit in de aanval.
“Natuurlijk heb ik een verklaring” zei ze, de tic van misprijzen om neus en mond, “En jij ook, vadertje.”’ 1
Een andere verklaring voor de keuze van mannelijke journalisten ligt waarschijnlijk in het feit dat de schrijvers van de betreffende romans zelf meestal ook van het mannelijke geslacht zijn. Zou je echter uitgaan van deze veronderstelling dan zou je verwachten dat vrouwelijke auteurs eerder kiezen voor een vrouwelijke hoofdpersoon. Dit is bij de door mij verzamelde boeken maar één keer het geval. In 2004 kwam het boek Miss America van Nathalie Huigsloot uit. De beginnende carrière van de beginnende journaliste, Madelief verloopt niet echt vlekkeloos. Bovendien wordt ze stevig op de huid gezeten door haar baas Lex Oosterboer. De andere vrouwelijke romanschrijvers: Marja Brouwers, Jos van Manen-Pieters, Anja Meulenbelt kozen ook voor mannelijke journalisten.
Nog een andere verklaring voor de keuze voor mannelijke hoofdpersonages zou kunnen zijn dat de auteurs aan mannen meer vrijheid kunnen toekennen dan aan vrouwen. De journalist wordt meestal uitgerust met een grote vrijheidsdrang. Voor het verhaal kan hij niet gehinderd worden door een huiselijk leven met echtgenote, kinderen en een hond. Hij hangt liever rond in de kroeg om zich een stuk in de kraag te zuipen en belandt liever hier of daar in een vreemd bed dan verantwoording af te moeten leggen aan zijn lieftallige vrouw. Natuurlijk moet hij ook altijd de vrijheid behouden van het een op het andere moment af te kunnen reizen naar de plaats waar het nieuws gehaald moet worden, zonder eerst een oppas te moeten regelen. Een dergelijke invulling aan het leven lijkt nog altijd meer te passen bij een man dan bij een vrouw. In deze tijd zou je verwachten dat ook aan vrouwen een onafhankelijke levensstijl toegeschreven zou kunnen worden. Kennelijk is het lastig om een vrouwelijke journalist te creëren, zonder dat daar extra uitleg bij komt kijken over allerlei typische vrouwelijke en emotionele overwegingen.