1.4 Hét Voorbeeld

De gebeurtenissen in fictieve romans hoeven natuurlijk geenszins overeen te komen met de werkelijkheid, maar toch is het wel aardig om te vermelden dat zowel in De Pornograaf als in De dagen zijn geteld duidelijke verwijzingen zijn te vinden naar Simon Carmiggelt. In beide romans wordt hij direct of indirect als voorbeeld genoemd. Ook in latere romans gebeurt dit. In De Pornograaf waagt de hoofdpersoon Henk Verlet zijn eigen stukjes beter te vinden dan die van Kronkel, de naam waaronder Carmiggelt zijn cursiefjes schreef. Dit om zijn vreselijke ijdelheid nog maar eens te onderstrepen:

‘Duizenden abonnees sloegen, als ze ’s avonds De Maasstad thuis kregen, hun krant open en keken het eerst of Passanten er weer in stond. Zo heette het rubriekje. Het was een verdomd goed rubriekje. Het was gewoonlijk het beste wat er in de krant verscheen, het enige oorspronkelijke. Er waren mensen die tegen hem gezegd hadden, dat het even goed was als de Kronkelrubriek. Ja, soms zelfs beter, want Kronkel had nooit kritiek op personen of toestanden, die durfde niet. Hij durfde wel.’ 1

Lisette Lewin, destijds journaliste van Vrij Nederland, wijdde meer dan twintig jaar later, in 1979, nog een stevig artikel aan het drankgebruik onder journalisten en in het bijzonder aan de weergave daarvan in De dagen zijn geteld:

‘Het volgende hoofdstuk heet: De chaos. De grote landelijke verslaggevers trekken naar een stadje in het zuiden des lands voor een feestelijke jubileumreportage. In de trein erheen kan Wesselius eindelijk ongeremd “de dorst verslaan” . Zijn vriend en medeonthouder David Casimir, een man met elke dag een cursiefje in de krant, het woordgebruik van Simon Carmiggelt en –als hij beschonken is – een hang naar dikke wijven, is er ook bij. Aan Carmiggelt de onbescheiden vraag gesteld of hij zich in de roman herkent. Hij zegt: “Er staan een heleboel dingen in die des alcoholisten zijn en die hij heel goed beschreven heeft en die ik ook wel beleefd heb, maar of ik het nu helemaal bén? […] Dendermonde: “Hij is natuurlijk vertekend weergegeven. Casimir is eigenlijk een kruising tussen Bomans en Carmiggelt. Hij en ik hebben samen veel over drank gesproken. Het eind van het boek hebben we samen veranderd. Hij heeft er ook afstand van gedaan. Hij had het beter in de hand dan ik. Tiny moest zijn Kronkels altijd doorlezen als hij dronken was. Hij bracht nooit iets naar de krant zonder dat zij het gezien had.’2

Lees verder →

Noten

  1. Panhuijsen, Jos, De pornograaf, 1961, pagina 16
  2. Lewin, Lisette, titel onbekend, artikel in Vrij Nederland, 21-3-1979