De oude journalist (deel één)

‘Hij voelde zich niet half zo oud als hij geacht werd zich te voelen. Vervroegd uitgetreden – wat een taal, het leek wel een boeddhistisch eufemisme voor een ontijdige dood. Bij zijn afscheid was hij overladen met nutteloze cadeaus en geestig bedoelde toespraken. Sindsdien wilde hij niets liever dan nog één keer een verhaal in de krant. Een flinke lap tekst met zijn naam erboven: Haye Cupido. Zodat een paar van die grappenmakers zich zouden afvragen of ze hem niet te vroeg hadden laten gaan. Dat zouden ze natuurlijk nooit toegeven, zoveel hartelijkheid bestond er niet in het vak, maar het was hem voldoende te weten dat ze het dachten. En dénken zouden ze.’ 1

De ‘oude journalist’ is een stereotypering die in een aantal van de romans die ik heb gelezen voorkomt. De oude journalist zit tegen zijn pensioen aan of is in de VUT gemanoeuvreerd door zijn voormalige werkgever. Deze journalist is behoorlijk overtuigd van zijn eigen kunnen, maar vaak is deze overtuiging gebaseerd op resultaten uit een ver verleden of op fantasieën over de eigen journalistieke kwaliteiten. Eigenlijk is de journalist sinds lange tijd zijn inspiratie en energie kwijt en is hij vastgeroest in zijn journalistieke werk. Door een teveel aan zelfoverschatting en een gebrek aan zelfkennis ontgaat het hem echter zelf. In de omgeving van de journalist kan dit leiden tot onbegrip en spot. De oude journalist voelt zich volkomen onbegrepen bij jongere journalisten, hoewel hij vindt dat zij een voorbeeld aan hem zouden moeten nemen, vanwege al het grootse werk dat hij heeft verricht.
De oude journalist is gescheiden en eenzaam of heeft een huwelijk waar alle bloei allang uit is. Als hij kinderen heeft dan zijn ze zo goed als uit beeld. Als vader heeft hij nooit veel voor zijn kinderen kunnen betekenen en ook nu zij volwassen zijn, laat zich dit niet meer goedmaken. De oude journalist laat zich geregeld verleiden door Koning Alcohol, iets dat hij op zijn oude dag eigenlijk niet meer kan verdragen.
Hij verlangt terug naar zijn al dan niet gefantaseerde hoogtijdagen. In zijn verlangen dat gevoel van vroeger weer terug te krijgen, werkt hij aan het ultieme verhaal. Zijn verhaal moet stof doen opwaaien en opschudding veroorzaken in Nederland. Op zijn minst moet het verhaal tot gevolg hebben dat de voormalige collega’s zich nog eens achter de oren krabben en zich afvragen of ze hun zeer gewaardeerde collega niet te vroeg met de VUT hebben laten gaan. Hij wil weer bewonderd worden binnen journalistieke kringen en zijn eigen beperkte sociale netwerk.
De pogingen om weer te ‘vlammen’ stranden vaak in het niets. Beoogde grootse onderwerpen blijken niets voor te stellen of eindigen in een drankgelag met collega’s waarbij het moment suprème in een diepe slaap wordt bijgewoond. Soms neemt de oude journalist zijn toevlucht tot ethisch bezwaarlijke methoden om zijn verhaal wat op te krikken. Feiten worden verzonnen of verdraaid, dubieuze bronnen worden gebruikt en soms wordt er al dan niet bedoeld plagiaat gepleegd.

Lees verder →

Noten

  1. Uit: Zomeren, Koos van, Cupido’s afscheid, blz. 12, 1989