De Volkskrant, dinsdag 11 oktober 1983, rubriek Dag in Dag uit (geen naam schrijver)
Koos Tak bestaat!
De lucht was door modieuze klapzoenen zo vochtig geworden als die van een Turks bad. De toespraak van Rijk de Gooijer ging, net als zijn hele leven, gepaard met synchroon glasgerinkel. En even herleefde café Scheltema aan de Amsterdamse Nieuwezijds Voorburgwal als een tempel voor inmiddels uitgebluste helden in de Nederlandse journalistiek en hun aanhang: van Viola van Emmenes, de burgemeester van Lelystad, de voormalige primeurjager en thans VVD-kamerlid J. Metz tot de eindredacteur van het periodiek “Kat & Hond”. Het gezelschap kwam de verschijning vieren van het boek “De eenzame oorlog van Koos Tak, een humoristische zedenschets uit de wereld van de journalistiek”.
Koos Tak is een in montycoat rondsjokkende en op het vet van de jaren drijvende, vaste medewerker van het zaterdagsbijvoegsel van het onafhankelijke dagblad “De Tijdgeest”. Een tragische figuur. Zijn boek vordert niet en hij begint pas op te leven na een paar kopstootjes. Men begroet hem wel met “oude rukker”. Hij schrijft uit het vroegere christelijk-nationale weekblad De Spiegel verhalen over waarin het midwinterhoornblazen en het fierljeppen worden behandeld. De avond gaapt soms als een peilloos diep gat aan zijn voeten.
Koos Tak, een creatie van Rijk de Gooijer en Eelke de Jong, bleek sinds zijn bestaan als feuilletonfiguur in de Haagse Post goed voor wilde speculaties. Zeker, reporter Tak, is visueel gemodelleerd naar het evenbeeld van minstens drie nog levende levensgenieters uit het vak. Dat heeft het schrijversduo bevestigd. Maar in elk hoofdstuk wordt de held gesignaleerd met een tandeloze autohandelaar in het café De Drie Fusten te Abcoude. Dat café heet weliswaar anders, het staat weldegelijk in Abcoude. Te Abcoude woont ook de dichter Jan Spierdijk, gewezen kunstredacteur van De Telegraaf. Zie hier Koos Taks bohémienachtige alter ego. Spierdijk blijkt dan ook “nauwlettend te worden bespied”: het schrijversduo heeft, klaagt hij, zich namelijk verzekerd van een verklikker. Diens bevindingen houden dan het wekelijkse HP-feuilleton over de dagbladjournalist in zijn nadagen gaande. Een chronisch geval van wraakneming, zo men wil. Want: Rijk de Gooijer is destijds door Spierdijk in een genadeloze recensie als een vod van een acteur neergesabeld. Insiders menen zich ook plotseling te herinneren dat Eelke de Jong, toen hij nog bij De Telegraaf met declaraties sjoemelde, door collega Spierdijk is verraden.
Vete? Wraak? Eelke de Jong: ‘Ach nee. Die Spierdijk is een paar jaar mijn chef geweest op de kunstredactie van De Telegraaf. Een behoorlijke pietlut. Als ik maar een minuut te laat kwam maakte hij altijd enorme stampei. Hij heeft me eigenlijk op staande voet ontslagen. Ik moest eens het wereldmuziekconcours in Kerkrade verslaan in een tent. Het goot er van de regen. Ik kon er niet door om mijn stukje door te bellen. Noodgedwongen heb ik in de tent nogal rijkelijk geconsumeerd. Toen ik eindelijk mijn verslagje doorbelde op mijn hotelkamer was mijn tong zo dik geworden dat het verslagje niet meer was te verstaan. Wat je doorbelde werd in die tijd nog opgenomen op een glasplaat en Spierdijk is met die glasplaat naar de hoofdredacteur gelopen.’ Maar oud zeer heeft de latere schaapherder Eelke de Jong er niet van overgehouden. ‘Iedereen heeft in zijn hoofd wel een zolderkamertje waar je liever niet binnenkomt. Als je die deur open doet zie je daar die Koos Tak zitten.’ Alles wat die man in zijn leven heeft ondernomen heeft ie roemloos zien eindigen… Dus zetten wij ons niet tegen Koos Tak af. Want hij is het type journalist dat zich bewust is dat de krant een eendagsvlieg is, in tegenstelling tot de latere generaties journalisten die meenden voor de eeuwigheid te moeten gaan schrijven. En tegen Spierdijk heb ik niks. Misschien dat hij als schrijver en dichter in zijn leven niet helemaal uit de verf is gekomen, hè.’
Op de “Koos Tak-party” te Amsterdam werd Spierdijk node gemist ofschoon hij was uitgenodigd. ‘Waarom zou ik? Ik heb die verhaaltjes nog nooit gelezen. Nee hoor, nog nooit. Maar ik heb wel gemerkt dat die lieden mijn gangen nagaan. Ik kan geen boodschap meer doen in het dorp en geen slokje drinken of het wordt opgemerkt. Dat zijn toch fascistenmethoden, zeker als je zoals ik geen podium hebt om terug te slaan. Ze schijnen te schrijven dat Koning Alcohol toesloeg. Nou ja, De Gooijer is dan op z’n minst eerste minister van Koning Alcohol. En De Jong is zijn hofnar.’
Dat de verklikker de plaatselijke tandarts is die via een tussenpersoon De Gooijer en De Jong inseint, wil Spierdijk niet uitsluiten. Namen geeft hij niet. Kunstenaar Spierdijk staat er toch machteloos tegenover. Door geprocedeer met De Telegraaf, die hem de VUT in wilde hebben, zat hij al in het verdomhoekje en nu wordt hij ook nog gehinderd in zijn andere werk. ‘Kort geleden heb ik bij Nijgh en Van Ditmar een bundel “kwatrijnen”, gepubliceerd en dat wordt nergens besproken, in de Volkskrant niet en ook niet in De Telegraaf. Dat is gewoon een gevolg van die misselijke grap.’
Spierdijk: ‘Ik blijf Rijk de Gooijer de slechtste toneelspeler van Nederland vinden. Een vreselijk agressief rotkereltje ook. Wat Eelke de Jong betreft: die heb ik inderdaad eens betrapt op het vervalsen van zijn onkostennota.’
“De eenzame oorlog van Koos Tak” zou wel eens een voorproefje kunnen zijn. Tekenaar Peter van Straaten, vriend van het schrijversduo, opperde bij de vernissage van het boekwerkje: ‘Misschien moet Koos Tak wel tegen zijn auteurs in bescherming worden genomen’.