De journalist is een man (deel drie)

Er is wel een aantal mannen onder de journalisten dat schijnbaar een huiselijk leventje leidt, maar meestal is dit een bron van frustratie. De echtgenotes moeten het uiterste uit henzelf halen om het nog langer uit te houden met hun man of ze zijn reeds weggelopen. De man voldoet meestal niet aan het ideaalbeeld van echtgenoot. Hij spendeert teveel van zijn maandinkomen in de kroeg, heeft teveel aandacht voor zichzelf en zijn werk en hij heeft te weinig aandacht en waardering voor zijn vrouw en hij belandt geregeld al dan niet in zijn fantasie met een andere dame in bed. Als de man kinderen heeft dan worden deze meestal aan zijn vrouw overgelaten, wat vervolgens tussen de man en de kinderen een slechte band oplevert. Als de echtgenote is overleden of wanneer het stel gescheiden is en de kinderen daardoor niet aan de moeder over gelaten kunnen worden, leidt dit meestal tot chaotische of andere rare praktijken, zoals een dochter die zwanger wordt van haar vader. 1

‘Joop ging vrolijk naar huis, al besefte hij dat hij voorlopig aan Zoutkamp vastzat. En dat de journalist in hem niet zou rusten voor hij wist wie die kleine Indo met die zwarte snor was. Zo denkend liep hij naar het Stengelparadijs op de hoek en kocht dertig rode rozen. Met die bloemen onder de arm belde hij aan bij buurvrouw Broere. Om nogmaals zijn excuses aan te bieden voor vrijdag – toen moest hij naar de begrafenis – en had Ans Broere gemerkt dat een moeder van school op de stoep stond met Max en Milan. Die had ze dus binnengehaald… en toen Joop thuiskwam had hij niet eens gemerkt dat zijn zoontjes al bij buurvrouw Broere sliepen. Maar de dertig rozen vond ze wel leuk. Zo ging het nu eenmaal. Op het moment dat Joop weg wilde gaan, vroeg ze nog, met haar pruimenmondje: “Wist u dat Max en Milan vrijdagavond nog zulke leuke dingen over u zeiden…!” Ze wachtte niet eens tot hij vroeg welke dan wel. Ze zei: “Pappa Joop is een koeienkont kroket.” En: “Papa Joop is een krentekak kanon.” En: “Leuk hè?”2

Lees verder →

Noten

  1.  Zie: Kossmann, Alfred, In alle onschuld, Amsterdam, 1984
  2. Uit: Appel, René en anderen, De dood van een kroonprins, 2002